Het zijn gekke tijden. Terwijl er mensen vechten voor hun leven, doen wij wat nodig is om het aantal besmettingen met het virus zo laag mogelijk te houden. Veel mensen, waaronder ik, werken thuis. We blijven zoveel mogelijk binnen. En om niet helemaal gek te worden, maken we af en toe een ommetje.
Ik probeer geestelijk en lichamelijk zo fit mogelijk te blijven. Dat betekent elke dag bewegen. Even een rondje wandelen, een stukje hardlopen of een workout thuis. Als ik naar buiten ga, kies ik plekken en routes uit waarvan ik weet dat ze dunbevolkt zijn. Of een tijdstip waarop het minder druk is.
Terwijl ik aan het wandelen ben lijkt de wereld weer een beetje normaal. De zon schijnt, de vogels kwetteren erop los. Alleen het feit dat iedereen waakzaam met een grote bocht om elkaar heen loopt, verraadt dat er iets veranderd is.
Onlangs togen mijn weekendquarantainebuddy (mooi galgjewoord) en ik erop uit. Want de hele week grotendeels binnen in je eentje doorbrengen doet iets met een mens. Ik hou van buiten zijn en wat een bevrijding was het om alleen al een stukje te gaan rijden. We reden door mooie dorpjes, waar gelukkig nog wat bedrijvigheid was. En we kwamen langs een mooi groot bos. De parkeerplaatsen waren afgesloten, bewaakt door mannen met gele hesjes. We mochten het bos best in, alleen niet massaal.
We parkeerden op een bedrijventerrein en liepen in een kwartiertje naar het bos. Langs een weg die tijdelijk gesloten was voor gemotoriseerd verkeer. En toen stonden we in een verlaten bos. Daar hadden we een missie. We waren onderweg naar een oude steen. Normaal een klein toeristisch trekpleistertje, maar voor ons ineens de grote missie van de dag.
Ik hou sowieso van boswandelingen, maar na al dat thuiszitten leek dit bos extra groen en leken de vogels nét iets harder te zingen. Op een paar ruiters, mountainbikers en een setje wandelaars na kwamen we niemand tegen. Onderweg genoten we van de stilte.
Na een uur of twee kwam de oude steen in zicht. En wij waren blij. Missie geslaagd! Intens tevreden zaten we in een kuil, aten onze meegenomen boterhammen en dronken thee uit een thermosfles. Meer heeft een mens niet nodig om gelukkig te zijn.
