Het is 3.11 uur. Ben ik nou alweer wakker? Ja hoor. Net als de drie nachten hiervoor. Ik draai me om en probeer aan niets te denken. Zo snel mogelijk weer terug te doezelen in een warme slaap. Maar het lukt niet. Ik ben wakker.
Ik pak m’n telefoon en zet een podcast aan. De timer op 20 minuten. Maar na 20 minuten ben ik nog wakker. En na 40 minuten. En na anderhalf uur. Het is bekend terrein. Ik maak me er niet meer druk over. Want dat werkt averechts. Dus ik lig en droom een beetje. Probeer niet te veel aan gisteren of de komende dag te denken. En dan gaat de wekker.
Vermoeid sta ik op. Wat zou het toch fijn zijn om weer eens een nachtje diep en lang te slapen. Of alleen diep. Of alleen lang. Alles beter dan de afgelopen nachten. Slaappillen wil ik niet slikken. Af en toe probeer ik een of ander natuurlijk middel, maar eigenlijk steeds zonder effect. Ik wil er ook niet al teveel mee bezig zijn. Het mag geen grote rol spelen, want dan wordt het te belangrijk.
Maar af en toe, zoals vandaag, als ik het liefst een middagdutje zou willen doen omdat ik bijna omval van de slaap, frustreert het me. Het enige wat me dan helpt is dat ik weet dat na een stuk of vier slapeloze nachten één nacht volgt waarin ik zó moe ben dat ik op z’n minst een paar uur in een diepe, bijna comateuze slaap val. En dan kan ik er weer een paar dagen tegenaan.
Slaap lekker!