Omdat alles net even anders is in ‘het nieuwe normaal’, besloten we een lang weekend te gaan kamperen. Ik had sinds mijn jeugd niet meer gekampeerd, als je de Lowlands-camping niet meetelt.
Na flink speurwerk vonden we een plekje op een trekkersveld op een Zeeuwse camping. Prima. Kampeerspullen geleend en daar gingen we. Alsof we al jaren kamperen, waren we voorzien van alles wat je nodig hebt.
We deden het dit jaar dus even helemaal anders dan anders. Geen vliegtuig, geen stedentrip, geen drukke gebieden. We verheugden ons erop om veel buiten te zijn. En even geen telefoon, mail, verplichtingen en routines.
Aangekomen op de camping was het in eerste instantie een beetje onwennig. Geen stroom (want simpel trekkersplekje), met je toilettas onder je arm naar het sanitairgebouw. En als je ’s nachts moest plassen dan toch even wat kleding aanwurmen en door de kou naar de toiletten.
Maar na een dag waren we helemaal thuis. We groetten we onze buren, bereidden een heerlijk ontbijtje op het campinggasje en douchten met slippers aan. Na een dag op pad dronken we nog een borrel bij het licht van het gaslampje. Dan nog even tanden poetsen en de slaapzak in. Om gewekt te worden door een vrij luidruchtige duif.
En toen realiseerde ik mij dat ik toch een gewoontedier ben. Na één dag op de camping hadden we al een routine. Moest ik plassen, dan koos ik steeds hetzelfde toilethokje, eerste van rechts. Dat was míjn toilet. Douchen? De tweede van links. De één zorgde voor heet water voor thee en koffie, de ander deed ondertussen de afwas. Terwijl de één broodjes smeerde, stippelde de ander een mooie hardlooproute uit.
Na vier dagen vonden we het jammer dat we moesten vertrekken. Het voelde alsof we hier al weken woonden. Toch een beetje thuis in den vreemde.

Back to basics en helemaal ontspannen in eenvoud, het went snel.
LikeGeliked door 1 persoon