Eindelijk loop ik weer lekker. Na mijn knieblessure vond ik het bij elke training of duurloop een beetje spannend. Ik bouwde op, de afstanden werden langer, de intervaltrainingen intensiever. Dat moest ook wel, want in april ben ik van plan om opnieuw de marathon van Rotterdam te lopen. En te finishen deze keer.
Maar in mijn achterhoofd zat dat zeurende stemmetje, dat zei dat ik voorzichtig moest zijn. Dat ik m’n lichaam niet te veel moest pushen, want voor je het weet speelt diezelfde blessure weer op. Want hoe weet ik nou dat deze helemaal voorbij is? Een lichaam is geen exacte wetenschap en je weet pas dat je een grens hebt bereikt als je pijn voelt. En dan nog: een beetje pijn is niet per se slecht. Kortom, ik werd er een beetje onrustig van.
Een aantal fikse duurlopen verder is het vertrouwen terug. Tuurlijk gaat het niet altijd makkelijk, maar dat hoort erbij. De vervelende pijntjes blijven uit. Ik kan me weer zorgen maken over andere dingen: m’n conditie, de vraag of ik voldoende gegeten heb die ochtend, ben ik niet te warm gekleed. Heerlijke kleine zorgen, vergeleken bij de eerdere zorgen over mijn knie. Ik durf dit bijna niet op te schrijven of hardop uit te spreken, bang dat ik te vroeg juich. Maar ik doe het toch en dat lucht op.
I’m back. Ik zie jullie straks op de Coolsingel!