Het is herfstvakantie en H. heeft me al een paar keer gevraagd of het zwembad open is. H. is de jongste en weet altijd heel goed wat hij wil én hij zorgt er graag voor dat zijn grote en kleine wensen uitkomen. Toen hij 4 jaar werd, zei hij opgetogen bij het afscheid van de crèche: ‘Nu ben ik groot en doe ik alleen nog maar wat ik zelf wil.’ Waarop zijn favoriete leidster verzuchtte: ‘Daar heb ik 30 jaar over gedaan om dat te kunnen zeggen.’
Niet dat hem op de crèche, of door ons als ouders veel in de weg werd gelegd. Maar voor je vrijheid moet je staan. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Nu is hij 11 en hij weet nog steeds goed wat hij wil. En deze herfstvakantie wilde hij heel graag zwemmen. ‘Mama, wil jij even bellen of het zwembad open is en vraag ook of ze weer zo’n coole stormbaan op het water hebben zoals vorige keer.’
Ik weet dat hij het onderwerp niet zal laten rusten en pak de telefoon om het zwembad te bellen. Als ik hem even later vertel dat ik gebeld heb, maar een bandje kreeg, blijft het even stil. Mijn opmerking zet ‘m aan het denken. ‘Maar mama, wat voor bandje heb jij dan gekregen? Ik wil ook een bandje van het zwembad.’
Photo by Namroud Gorguis on Unsplash